ROOTSDit boek bevat een verzameling vertellingen die tot een nieuwe opvatting over de plaats van religie in de samenleving voert. De hoofdstukken geven soms de persoonlijke beleving van de schrijver weer en zijn deels weergaven van kennis, gesprekken en emoties. Essays, opstellen, verhalen en opvattingen door elkaar heen. Na een sfeertekening over de confrontatie met religie in de jeugd volgt een verwonderde blik in de natuurkunde en een weergave van hoe mens en werkelijkheid, voor zover bekend is, in elkaar blijken te zitten. Begrippen als onzekerheid en vrije wil komen uitvoerig aan de orde. Onder invloed van de toename van kennis heeft het denken over religie en hoe te leven een grote ontwikkeling doorgemaakt. Dit nieuwe denken is nog lang niet in de religieuze instituties doorgedrongen. Uiteindelijk komt de schrijver tot de opvatting dat de leer van de naastenliefde begrepen zou moeten worden vanuit de wetmatigheid van de natuur in plaats vanuit een heilig voorschrift met sancties. Wie goed doet, goed ontmoet zou onderwerp van een wetenschappelijke oriëntatie en een nieuwe filosofie kunnen zijn. Religies en dogmatiek tegen het licht houden, uitgaande van de tucht van de wetenschap, en het waardevolle behouden.